Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Die [19]in oprechtheid wandelt, wandelt [20]zeker; maar die [21]zijn wegen verkeert, zal [22]bekend worden. 19. Zie boven hfdst.2 vs.7. 20. Of, gerustelijk, dewijl hij weet dat zijne werken goed zijn, en dat God daarop geen kwade uitkomsten tot zijn verderf zal laten komen. 21. Vergelijk Gen.6:12. 22. Te weten, door de openbare straffen, die God hem in het aanzien van allen toezenden zal, en dat door middel van de overheid of anderszins.